Psychologie Magazine Vergeving na misbruik

‘Het begon rond mijn vijfde, hij was 21. Hij riep me regelmatig bij zich om een klusje te doen, maar we eindigden in bed en ik moest seksuele handelingen verrichten. Toen hij trouwde bleef het doorgaan. Als zijn vrouw er niet was, belde hij me en vroeg of ik langs wilde komen. Ik ben een nakomertje in een gezin met acht broers en drie zussen. Ik dacht dat het erbij hoorde. Tegelijkertijd wist ik dat het niet goed was, omdat ik het aan niemand mocht vertellen. In mijn lijf voelde ik weerzin en ik schaamde me. Misbruik maakt iets kapot vanbinnen. Het geeft een verlammend gevoel van machteloos-heid, alsof alle kracht uit je wegglijdt. Op mijn dertiende vluchtte ik weg uit Suriname, naar Nederland. Ik zei dat ik daar graag de middelbare school wilde afmaken en mocht bij mijn andere broer wonen. Ik ging studeren en werken, ik trouwde. Toch bleef ik ongeluk-kig, ik voelde continu onrust en stress.Totdat een coach het verband met mijn verle-den legde. Een enorme boosheid op mijn broer kwam boven, maar ook op de rest van mijn gezin. Waarom had niemand mij be-schermd? Ik schreeuwde mijn woede eruit in therapie en schreef boze brieven naar mijn broer – waar hij trouwens nooit op reageerde. Maar ik wilde niet de rest van mijn leven boos blijven. Ik ging mediteren en volgde cursus-sen, waardoor ik anders naar mezelf en mijn opvoeding kon kijken. Ons gezin was als los zand, iedereen was met zichzelf bezig. Toen ik dat besefte, kreeg ik iets meer begrip voor mijn broer. Hij heeft zich denk ik verloren ge-voeld en miste de aandacht die hij nodig had. Ook hij was slachtoffer, realiseerde ik me: hij draagt waarschijnlijk een pijnlijke schuld met zich mee. Ik kon ervoor kiezen om de slacht-offerrol naast me neer te leggen, maar hijbleef altijd dader. Pas als ik hem vergaf, was hij geen dader en ik geen slachtoffer meer. Zo begon het. Tijdens meditaties praatte ik tegen hem: ik zei dat ik hem vergaf, dat ik van hem hield. Er viel een enorme last van me af, de maagpijn en spanning in mijn schouders ver-dwenen. Ik ben niet kwaad meer op mijn broer; ik voel zelfs liefde voor hem, als een volwassen vrouw die haar grenzen kent. Ik begeleid nu zelf slachtoffers van misbruik. En als ik mijn broer tegenkom op een familiefeest, voeren we een simpel gesprekje – als broer en zus.’

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *